Historie van de trekplaat

De vraag naar het maken van trekplaten kwam voort vanuit een winkel die werkt vanuit een antroposofische visie, wat niet verwonderlijk is. Rudolf Steiner, de grondlegger van de antroposofie, zag in de trekplaat, met zijn bewegende beelden, een stimulering voor de ontwikkeling van de organen van het jonge kind, die al trekkend aan de touwtjes, de beweging van de figuren innerlijk meebeleeft.

De trekplaat had zijn voorgangers in knipprenten en diorama’s. Knipprenten, de oudste dateren uit 1730, zijn voorgedrukte prenten om uit te knippen. Men had er plakboeken voor. De aankleedpop en de trekpop zijn varianten op de knipplaat. Diorama’s (in het Duits Kulissenbilder genoemd), zijn kijkkasten waarin 5 tot 7, meest handgekleurde en uitgeknipte kartons achter elkaar werden opgesteld. Een diorama doet erg aan de trekplaat denken. In diorama’s zijn de coulissen verder uit elkaar geplaatst dan in de trekplaat en de bewegende figuren ontbreken.

De tekeningen op de kartons waren voorgedrukte kopergravures of litho’s. De eerste stammen uit 1737. Mijn grootvader bezat een houten diorama kijkkast met prenten waarin -in gaatjes- gekleurde was was aangebracht. Door een kaars lichtten de kleuren prachtig op. Er zijn diorama’s bekend met insteekfiguurtjes.

Papieren theaters lijken op diorama’s, maar ze zijn open en tussen de coulissen werden opzetfiguurtjes geplaatst. Opzetfiguren werden uit karton geknipt en in houten blokjes geplaatst.

Aan het eind van de 19de eeuw verschijnen er prentenboeken met bewegende beelden, en pop-ups. Een pop-up boek wordt uitgevoerd in stevig papier of karton. Door een speciale manier van vouwen, komen bij het omslaan van de bladzijden figuren/landschappen omhoog.

(voor bovenstaande onderwerpen zie het boek: Papertoys van het echtpaar Buynsters, speelprenten en papieren speelgoed in Nederland (1640-1920), verschenen in 2005).



Trekplaat

Trekplaat

Trekplaat

Paddestoelen trekplaat

Appelbloesem

Appelbloesem detail